Woensdag 10 april Lissabon – Setúbal, 43 km

De scholieren zijn weer weg, in de eetzaal is het vanochtend weer rustig, alleen een paar ouderen die ervaringen over pelgrimstochten uitwisselen. Rond 9:15 u vertrekken we, de Avenida’s hebben fietsstroken die vaak ook nog geasfalteerd zijn, dat rijdt comfortabel, soms zijn het toch de kleine kasseitjes. Een laatste rit over het Praça do Comércio voor we bij de Ferry zijn. We kopen kaartjes en kunnen meteen aan boord, de loopplank wordt achter ons opgehaald, om 9:45 u Até logo Lisboa (Lissabon, tot ziens). 20 minuten later zijn we in Barreiro op de zuidoever van de Taag. Voor we het plaatsje uit zijn nog een koffie (voor € 0,75 per kopje espresso duidelijk een ander tarief).

Het is zonnig, de no-wind komt schuin van achter en de route (EN 10) blijft voorlopig redelijk vlak. Heerlijk om zo weer op gang te komen. Na een uurtje komen we bij de Serra da Arrábida, een heuvelrug aan de zuidkant van dit schiereiland. De weg draait naar het oosten en heel geleidelijk stijgen we die heuvelrug over. Al rond half een zijn we in Setúbal.

We moeten op het plein voor het station even zoeken naar nummer 30. Mia Guesthouse biedt kamers in een appartement, maar er wordt nog niet opengedaan. We drinken koffie bij het shoarmatentje ernaast en noemen Mia Guesthouse. Blijkt de eigenaar daar ook te zijn. We moeten nog wat wachten voor de kamer gereed is en we overleggen even waar de fietsen gestald kunnen worden. Meneer is heel oplossingsgericht en vindt een veilige plek. We kiezen voor een warme lunch met shoarma en een falafelbroodje.

We rijden naar het westen de stad uit, omhoog langs de Serra naar het Castelo de São Filipe, het in 1595 door Filips II gebouwde fort (tijdens de tweehonderdjarige Spaanse overheersing van Portugal). Van hieruit kon de monding van de Rio Sado worden gecontroleerd. Tijdens de steile klim er naartoe speelde de lunch een beetje op. In het fort is het heel rustig. Het is een stervormig fort met wallen en zware hoge muren en er is ook een kleine kapel waarbij de muren met azulejos bedekt zijn.

Na weer afgedaald te zijn, rijden we door de smalle straatjes van het oude centrum naar de Sé, de 16e -eeuwse kathedraal. Ons vallen de afbeeldingen op van verschillende barbaarse straffen, mogelijk ten tijde van de inquisitie. Bij terugkomst kunnen we op onze kamer, rusten wat en maken later zelf wat te eten klaar.

Bij het fietsen naar de boot kwamen we nog over prachtige boulevards en langs mooie pleinen; we hebben echt nog niet alles van Lissabon gezien. We waren heel vlug de Taag over en aan de overkant was het meteen weer gewoon fietsen, heerlijk. Het was ook fijn om een keer wind in de rug te hebben. Onderweg zagen we veel wijngaarden en verschillende wijnhuizen.  

Setúbal is de vierde grootste stad van Portugal. De stad in fietsen ging prima en het fietsen in de stad naar het fort en door het oude centrum ging ook goed. Het is hier veel minder druk dan in Lissabon. Wat we gezien hebben van Setúbal was leuk. Het was een prima dag.